CIJFERMATIG JAARVERSLAG 2018 GEMEENTE SOEST

 


1.1 Start urgentieaanvraag

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij de gemeente Soest. De gemeente neemt de urgentieaanvraag in behandeling en legt deze voor aan de urgentiecommissie om te beoordelen of er een urgentie toegekend moet worden. In 2018 zijn er in totaal 29 aanvragen (2017: 31) voorgelegd aan de urgentiecommissie.

In figuur 1 is te zien op hoeveel urgentieaanvragen er in de gemeente Soest een besluit is genomen door de urgentiecommissie. Een aanvraag kan in eerste instantie worden aangehouden door de urgentiecommissie om aanvullende informatie op te vragen. Nadat deze informatie is ontvangen, wordt de aanvraag toegekend, afgewezen of buiten behandeling gesteld. Op deze aanvragen neemt de commissie dus tweemaal een besluit: in eerste instantie het besluit aanhouden, in tweede instantie het besluit toekennen, afwijzen of buiten behandeling stellen. Al deze besluiten zijn meegeteld in figuur 1. Daarom ligt het totaal uit figuur 1 met 34 besluiten hoger dan het totaal aantal ingediende aanvragen van 29.



Figuur 1: Besluiten urgentiecommissie op het totaal aantal aanvragen


1.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is divers en soms ook gecombineerd.

In figuur 2 is te zien dat urgentieaanvragen als gevolg van relationele problemen veruit het meeste voorkomen. Ditzelfde beeld was in 2017 te zien. Daarna volgen medische en psychosociale aanvragen. Onder ‘overig’ kunnen onder andere aanvragen vallen die betrekking hebben op het niet hebben van een adequate woning of overlastproblematiek.




Figuur 2: Soort aanvraag


1.3 Toekennen van urgentie

In 2018 heeft de urgentiecommissie 16 urgentieaanvragen (47%; 2017: 50%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen.


1.4 De urgentietoekenning, een andere belangenafweging

De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt op basis van het beschreven beleid. De huisvestingsverordening van de gemeente Soest biedt de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager.

Elke situatie kent unieke aspecten en wordt door de urgentiecommissie individueel beoordeeld. Dan kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle voorwaarden om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt. De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.


1.5 Afwijzen van urgentie

In 2018 wees de urgentiecommissie 12 urgentieverzoeken (35%; 2017: 38%) af. Een urgentieverzoek wordt afgewezen als er niet wordt voldaan aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. De urgentiecommissie geeft in haar besluiten een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen.


1.6 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aanhouding van de aanvraag. In 2018 heeft de commissie vijfmaal (15%; 2017: 12%) een aanvraag in eerste instantie aangehouden voor het opvragen van aanvullende informatie. In de meeste gevallen was het urgentiedossier niet compleet en vroeg de urgentiecommissie om aanvullende stukken om de situatie objectief te onderbouwen. Tweemaal was er sprake van een aanvullende vraagstelling aan de aanvrager van urgentie.

Indien de woningzoekende de gevraagde informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanlevert, kan de urgentiecommissie op grond van artikel 4:5.1 van de Awb een aanvraag buiten behandeling stellen. De reden hiervoor is dat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet heeft kunnen beoordelen. In het verslagjaar is dit niet voorgekomen.

Van de vijf aanhoudingen in 2018 werden er uiteindelijk twee toegekend, twee afgewezen en één aanhouding werd buiten behandeling gesteld, omdat de gevraagde informatie niet werd aangeleverd.


1.7 Termijnoverschrijding

Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. Het overgrote deel van de urgentieaanvragen wordt (ruim) binnen de daarvoor gestelde termijn afgehandeld.

Aan een termijnoverschrijding kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor de urgentieaanvraag;
  • Vertraging bij de gemeente die de aanvraag in behandeling heeft;
  • Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie;
  • Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie aangehouden voor aanvullende informatie.


In 2018 is er driemaal (10%; 2017: 10%) sprake geweest van een termijnoverschrijding. In twee van deze gevallen was er sprake van een aanhouding. In het derde geval werd de aanvraag door overmacht met vertraging ontvangen door de urgentiecommissie waardoor de behandeltermijn niet gehaald kon worden.