CIJFERMATIG JAARVERSLAG 2018 - WONINGMARKTREGIO ARNHEM-NIJMEGEN

 



1.1 Start urgentieaanvraag, aard en totaal aantal urgentieaanvragen



1.1.1 Start urgentieaanvraag

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij een van de woningcorporaties in de regio Arnhem-Nijmegen. De urgentieaanvraag wordt in behandeling genomen door de corporatie. De verdeling van deze aanvragen over de verschillende corporaties staat weergegeven in tabel 1.

Het totaal aantal gestarte aanvragen is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. In 2018 werden er 647 aanvragen ingediend bij de verschillende corporaties.


Aantal ingediende urgentieaanvragen per corporatie      
Corporatie 2016 2017 2018
Baston Wonen 22 15 22
Plavei 7 2 12
Oosterpoort 25 25 19
Portaal 82 96 108
Standvast Wonen 55 48 50
Talis 83 102 105
Vivare 114 123 135
Volkshuisvesting Arnhem 86 105 125
Waardwonen 32 28 26
Woningbouwstichting De Gemeenschap 13 16 12
Woningstichting Heteren 5 6 7
Woongenoot 10 9 15
Woonservice IJsselland 12 9 9
Woonstichting Gendt 2 0 2
Totaal 548 584 647

Tabel 1: Aantal ingediende aanvragen per corporatie



1.1.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer divers, en soms ook gecombineerd. Aanvragen op basis van algemeen sociale problematiek, psychosociale problematiek, relatieverbreking of een niet adequate woonruimte komen het meeste voor.



Figuur 1: Algemeen Sociaal


Figuur 2: Psychosociaal



Figuur 3: Relatieverbreking




Figuur 4: Niet adequate woning


In figuur 1, 2, 3 en 4 is te zien hoe binnen voornoemde categorieën de verdeling is tussen het aantal toekenningen, afwijzingen en aanhoudingen. Het aantal toekenningen is binnen alle categorieën gestegen ten opzichte van 2016 en 2017. Dit kan te maken hebben met de stijging van het totaal aantal aanvragen. Het beeld bij het aantal aanhoudingen en afwijzingen is wisselender: het aantal aanhoudingen daalt bij de meeste categorieën. Het aantal afwijzingen stijgt bij de meeste categorieën mee met het toegenomen aantal aanvragen.



1.1.3 Aantal genomen besluiten

In tabel 2 is de verhouding tussen de genomen besluiten per jaar te zien. Het aandeel toekenningen is gestegen. Het aantal aanhoudingen en afwijzingen laat een daling zien.

Jaar

Totaal

Toegekend

Afgewezen

Aangehouden

Doorgehaald

Niet behandeld

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

2016

677

379

56%

145

21%

133

20%

12

1,8%

8

1,2%

2017

717

414

58%

161

22%

125

17%

9

1,3%

8

1,1%

2018

715

447

63%

148

20%

116

16%

1

0,1%

3

0,4%

Tabel 2: Besluiten van de urgentiecommissie



1.2 Toekennen van urgentie

In 2018 heeft de urgentiecommissie 447 urgentieaanvragen (63%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen.



1.2.1 De Urgentietoekenning, Een andere belangenafweging

De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt op basis van het beschreven beleid. De identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen bieden de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager.

Elke situatie kent echter unieke aspecten en moet dus individueel beoordeeld worden. Zo kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle criteria om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt. De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar laten wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen, waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.



1.2.2 Verzilvering van de urgentie

In het jaar 2018 hebben 462 woningzoekenden met een urgentiestatus via Entree een woning verkregen. In tabel 3 is te zien in welke gemeente deze woningzoekenden met behulp van hun verkregen urgentie een woning hebben gevonden.


       
Gemeente 2016 2017 2018
Arnhem 98 115 117
Berg en Dal 19 13 14
Beuningen 13 15 18
Doesburg 5 9 5
Druten 3 5 5
Duiven 13 21 18
Heumen 8 8 6
Lingewaard 10 14 17
Montferland 8 3 11
Nijmegen 97 119 145
Overbetuwe 17 25 21
Renkum 13 9 8
Rheden 19 28 28
Westervoort 12 14 12
Wijchen 24 27 29
Zevenaar 15 13 8
Totaal 374 438 462

Tabel 3: Aantal woningen per gemeente verkregen via urgentie


Het grootste aantal urgent woningzoekenden verzilvert zijn/haar urgentie in de gemeenten Arnhem en Nijmegen. Dit is een beeld wat zich elk jaar herhaalt. De toename ten opzichte van voorgaande jaren is te verklaren door het gestegen aantal aanvragen en toekenningen.



1.2.3 Toegang tot de woningmarkt

Uit tabel 4 blijkt dat de urgent woningzoekende in 2018 toegang heeft gehad tot 78,5% van het totale geadverteerde woningaanbod.


       
Gemeente Totale aanbod* Geen voorrang urgenten Percentage geen voorrang
Arnhem 1301 309 23,8%
Berg en Dal 192 70 36,5%
Beuningen 102 24 23,5%
Doesburg 73 2 2,7%
Druten 64 23 35,9%
Duiven 132 66 50,0%
Heumen 49 19 38,8%
Lingewaard 93 20 21,5%
Montferland 160 14 8,8%
Nijmegen 1214 486 40,0%
Overbetuwe 112 32 28,6%
Renkum 114 42 36,8%
Rheden 284 84 29,6%
Westervoort 52 20 38,5%
Wijchen 177 38 21,5%
Zevenaar 247 150 60,7%
Totaal 3552 995 28,0%

Tabel 4: Toegang tot de woningmarkt


*Totaal aantal advertenties minus: studentenwoningen, indicatiewoningen en woningen boven de liberalisatiegrens



1.3 Afwijzing van urgentie

In 2018 heeft de urgentiecommissie 148 urgentieverzoeken (20%) afgewezen. Dit is zowel voor wat betreft het aandeel als voor wat betreft het absolute aantal gedaald ten opzichte van 2018.

Een urgentieverzoek wordt afgewezen als er niet wordt voldaan aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. De urgentiecommissie geeft in haar besluiten een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen. In tabel 5 is te zien op basis van welke gronden de aanvragen de afgelopen jaren zijn afgewezen. Per besluit kunnen er één tot drie redenen worden aangevoerd. Vandaar dat het totaal in tabel 5 hoger ligt dan het totale aantal afwijzingen in dat jaar.


       
Afwijzingsreden 2016 2017 2018
Geen woonnoodsituatie 63 63 55
Eigen verantwoordelijkheid oplossen 21 30 7
Geen contra-indicatie kamerbewoning 38 34 28
Eigen verantwoordelijkheid ontstaan 42 62 35
Overige 22 29 7
Geen relatie wonen/problematiek 9 9 3
Woonwens 6 3 1
Zelfredzaam met meettijd 20 14 20
Overlast/conflict buurt 2 4 2
Financieel zelfredzaam 2 2 0
Geen noodzaak wonen in Stadsregio 0 1 0
Totaal 225 251 158

Tabel 5: Redenen voor afwijzing


Als aanvrager onvoldoende aan kan tonen dat er sprake is van een woonnoodsituatie, die verhuizen binnen vier maanden na het ontstaan van het woonprobleem noodzakelijk maakt, dan wordt een aanvraag afgewezen. Samen met de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan en/of oplossen van het woonprobleem was dit in het verslagjaar de belangrijkste reden voor afwijzing van een urgentieaanvraag. Daarnaast wordt een groot deel van de aanvragen afgewezen omdat er géén contra-indicatie bestaat voor kamerbewoning.



1.4 Woningweigering

Een woningzoekende die geen urgentiestatus heeft, mag een aangeboden woning weigeren. Als deze woningzoekende echter op een later moment urgentie aanvraagt en het blijkt dat hij/zij gedurende het bestaan van zijn woonprobleem een passende woning heeft geweigerd zonder dat daar excuserende omstandigheden voor waren, dan zal de aanvraag worden afgewezen. De reden van afwijzing zal zijn dat aanvrager, in de tijd dat het woonprobleem bestaat, het woonprobleem zelf had kunnen oplossen door de aangeboden woning te accepteren.

Een woningzoekende die een urgentiestatus heeft, mag in principe een passend woningaanbod niet weigeren. Als een urgent woningzoekende, naar het oordeel van de corporatie, onterecht een woning weigert, geeft de corporatie dit direct door aan het secretariaat van de urgentiecommissie. De urgentie van de betreffende woningzoekende wordt dan tijdelijk opgeschort in afwachting van het definitieve besluit van de urgentiecommissie. De corporatie stelt de woningzoekende hier vooraf van op de hoogte. De urgentiecommissie neemt uiteindelijk een besluit of de woningweigering terecht of onterecht is geweest. Afhankelijk van de beslissing wordt de urgentie weer geactiveerd of definitief ingetrokken.

In 2018 is tweemaal een urgentie ingetrokken naar aanleiding van een woningweigering.



1.5 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag door de urgentiecommissie blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om op dat moment een zorgvuldige afweging te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aanhouding van de aanvraag. In het verslagjaar is in 16% van het totale aantal aanvragen besloten de aanvraag aan te houden. Dit is een daling ten opzichte van voorgaande jaren. In tabel 6 is te zien op hoeveel van de aanhoudingen uiteindelijk positief, dan wel negatief is besloten.


Definitief besluit na aanhouding    
Besluit Aantal %
Toekenning 75 74%
Afwijzing 6 6%
Buiten behandeling gesteld 4 4%
Nog niet afgehandeld 16 16%
Totaal 101 100%

Tabel 6: Definitief besluit na aanhouding


Indien de gevraagde informatie niet door de woningzoekende binnen de daarvoor gestelde termijn wordt aangeleverd, kan op grond van artikel 4:5.1 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling worden gesteld, omdat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet kan beoordelen. In het verslagjaar is dit in 4% van de gevallen voorgekomen (2017: 5%; 2016: 6%).

Uit tabel 6 blijkt verder dat 74% van de aanvragen die in eerste instantie worden aangehouden, in tweede instantie door de urgentiecommissie worden toegekend (2016 en 2017: 77%). De reden voor een aanhouding is meestal het ontbreken van noodzakelijke informatie ter beoordeling van de aanvraag. Ook komt het met regelmaat voor dat de urgentiecommissie een externe rapportage opvraagt van een onafhankelijk adviesbureau om de medische- of psychosociale problematiek te laten onderzoeken.



1.6 Urgentie onder voorwaarden

De mogelijkheid bestaat om een urgentie toe te kennen onder een bepaalde voorwaarde. Artikel 11 van de identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen geeft twee mogelijke voorwaarden die aan een urgentietoekenning kunnen worden verbonden:

  • de voorwaarde van acceptatie van begeleiding;
  • de toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte.

Beide voorwaarden worden alleen in uitzonderlijke gevallen toegepast en in het besluit van de urgentiecommissie gemotiveerd.



1.6.1 Urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding

Een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding kan worden verstrekt aan personen met zodanige psychische en/of psychosociale problemen dat woonbegeleiding geïndiceerd is.

Bij een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding wordt de woningzoekende gevraagd om een hulpverleningsovereenkomst te overleggen die is afgesloten met een bepaalde hulpverlenende instantie. Het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid bij de woningzoekende blijft liggen. Uiteraard kan de woningzoekende wel ondersteuning vragen bij een woningcorporatie.

Pas nadat de hulpverleningsovereenkomst is aangeleverd, activeert de urgentiecommissie de urgentieverklaring en kan de woningzoekende met voorrang op woonruimte reageren. Zolang er geen overeenkomst is aangeleverd, kan de woningzoekende dus ook niet van een voorrangspositie gebruik maken. De positie van de woningzoekende met een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding is gelijk aan die van andere urgent woningzoekenden: hij/zij kan zelf reageren op het woningaanbod en kan dus zelf kiezen op welke woning hij/zij reageert.

In 2018 heeft de urgentiecommissie 17 maal een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding afgegeven (2017: 10; 2016: 11).

Een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2017 kan pas in 2018 zijn aangeleverd en een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2018 kan nog aangeleverd worden in 2019. Voor het aanleveren van een hulpverleningsovereenkomst staat een termijn van twee maanden.



1.6.2 Urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte

Een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte kan bijvoorbeeld spelen in een situatie waarin sprake is van specifieke (medische) problematiek. Een urgentie onder deze voorwaarde wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast.

Bij een toekenning zoekt de betrokken corporatie, in overleg met de woningzoekende, naar specifiek geschikte woonruimte. Het kan voorkomen dat de betrokken corporatie zelf geen geschikte woning voor de woningzoekende heeft. Dan overlegt zij met een andere corporatie over het aanbieden van een geschikte woning.

In 2018 is er, evenals in 2017 en 2016, door de urgentiecommissie geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte toe te kennen.



1.7 Verlengen van urgentie

Conform artikel 31 in het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling kan een woningzoekende met urgentie een verzoek indienen om de urgentietermijn te verlengen. Hij/zij kan dit verzoek indienen gedurende de laatste maand waarin de urgentieverklaring geldig is. Bij de beoordeling van het verlengingsverzoek kijkt de commissie ook naar het zoekgedrag van de woningzoekende vanaf het moment dat hij/zij de urgentieverklaring kreeg.

In 2018 is er éénmaal een verzoek gedaan om de urgentie te verlengen (2017: 3; 2016: 2). Dit verzoek is toegekend.



1.8 Termijnoverschrijding

Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. In 2018 is er drie keer sprake geweest van een termijnoverschrijding. In al deze gevallen betrof het een aanvraag die in eerste instantie was aangehouden. Ook in voorgaande jaren was het aantal termijnoverschrijdingen minimaal.

Aan een termijnoverschrijding kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor de urgentieaanvraag of het niet beschikbaar zijn voor het intakegesprek bij de corporatie.
  • Vertraging bij de woningcorporatie die de aanvraag in behandeling heeft.
  • Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie.
  • Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie aangehouden voor aanvullende informatie.



1.9 Externe rapportages bij medische en psychosociale aanvragen

Bij aanvragen, die worden ingediend op grond van een medische of psychosociale problematiek, kan een aanvullend rapport worden aangevraagd bij een onafhankelijk, extern adviesbureau. Dit adviesbureau beschikt over de noodzakelijke medische en psychosociale expertise om de problematiek te kunnen duiden. Het aanvullend rapport helpt de commissie in haar beoordeling van de urgentieaanvraag.

In het verslagjaar werden alle externe rapporten opgevraagd bij Bureau Leijten & Van Hoek. Bureau Leijten & Van Hoek biedt ook de mogelijkheid om een aanvullend financieel rapport op te stellen. Een dergelijke rapportage is bedoeld om duidelijkheid te scheppen in financieel complexe situaties. De externe rapporten worden door de urgentiecommissie als waardevol gezien.


Soort rapport


Figuur 9: Soort externe rapporten


Rapporten Bureau Leijten & van Hoek per corporatie per jaar      
Corporatie 2016 2017 2018
Portaal 39 54 30
Vivare 25 26 23
Talis 29 23 36
Volkshuisvesting Arnhem 35 40 37
Standvast Wonen 56 34 8
Oosterpoort 15 5 9
De Gemeenschap 3 6 4
Woonservice IJsselland 4 3 2
Waardwonen 3 3 3
Plavei 4 3 1
Woningst. Gendt 1 0 0
Woningst. Heteren 1 0 0
Woongenoot 2 3 1
Baston Wonen 5 9 12
Totaal 222 209 166

Tabel 8: Externe rapporten per corporatie


Het verschil tussen figuur 9 (170 rapporten) en tabel 8 (166 rapporten) wordt veroorzaakt doordat er ook rapporten worden aangevraagd door de Bezwaarschriftencommissie van de gemeente Arnhem. Dit waren er 4 in 2018.