5. Cijfers

 

 


5.1 Start urgentieaanvraag

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij de gemeente Soest. De gemeente neemt de urgentieaanvraag in behandeling en legt deze voor aan de urgentiecommissie om te beoordelen of er een urgentie toegekend moet worden. In 2017 zijn er in totaal 31 aanvragen voorgelegd aan de urgentiecommissie.

In figuur 2 is te zien op hoeveel urgentieaanvragen er in de gemeente Soest een besluit is genomen door de urgentiecommissie. Een aanvraag kan in eerste instantie worden aangehouden door de urgentiecommissie om aanvullende informatie op te vragen. Nadat deze informatie is ontvangen, wordt de aanvraag toegekend, afgewezen of buiten behandeling gesteld. Op deze aanvragen neemt de commissie dus tweemaal een besluit: in eerste instantie het besluit aanhouden, in tweede instantie het besluit toekennen, afwijzen of buiten behandeling stellen. Al deze besluiten zijn meegeteld in figuur 2. Daarom ligt het totaal uit figuur 2 met 34 aanvragen hoger dan het totaal aantal ingediende aanvragen van 31. In 2017 is er geen enkele aanvraag buiten behandeling gesteld.


Besluiten urgentiecommissie op het totaal aantal aanvragen


Figuur 2: Besluiten urgentiecommissie op het totaal aantal aanvragen


In deze figuur is één urgentieaanvraag opgenomen die in 2017 werd ingediend en is aangehouden en waarop in 2018 pas een definitief besluit zal worden genomen door de urgentiecommissie.



5.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer divers en soms ook gecombineerd.

In figuur 3 is te zien dat urgentieaanvragen als gevolg van relationele problemen veruit het meeste voorkomen. Daarna volgen medische aanvragen. Onder ‘overig’ kunnen onder andere aanvragen vallen die betrekking hebben op het niet hebben van een adequate woning of overlastproblematiek.



Figuur 3: Soort aanvraag



5.3 Toekennen van urgentie

In 2017 heeft de urgentiecommissie 17 urgentieaanvragen (50%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen.


   Casus toekenning:

Mevrouw (32 jaar) is recent gescheiden. Samen met haar ex-partner heeft zij de gedeelde zorg over hun twee kinderen. De echtelijke koopwoning is verkocht, omdat zowel mevrouw als haar ex-partner deze niet alleen zou kunnen betalen. Sinds de scheiding woont zij in een chalet op een vakantiepark. De zomerperiode begint binnenkort en dan moet mevrouw het chalet verlaten. Mevrouw heeft documenten aangeleverd waaruit blijkt dat haar scheiding is uitgesproken door de rechtbank. Zij heeft ook aantoonbaar gemaakt dat de echtelijke woning is verkocht. Uit het aangeleverde ouderschapsplan blijkt dat de kinderen vier dagen per week bij mevrouw zijn.

De urgentiecommissie stelt vast dat de urgentie wordt aangevraagd op basis van een sociale indicatie. Mevrouw heeft voldoende documenten aangeleverd om te onderbouwen dat zij is gescheiden en op welke wijze de gevolgen ervan worden afgewikkeld. Er is sprake van een woonprobleem dat mevrouw niet op korte termijn zelf op kan lossen. Om die reden wordt de urgentieverklaring toegekend.



5.4 De urgentietoekenning, een andere belangenafweging

De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt op basis van het beschreven beleid. De huisvestingsverordening van de gemeente Soest biedt de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager.

Elke situatie kent unieke aspecten en wordt door de urgentiecommissie individueel beoordeeld. Dan kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle voorwaarden om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt. De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.



5.5 Afwijzen van urgentie

In 2017 wees de urgentiecommissie 13 urgentieverzoeken (38%) af. Een urgentieverzoek wordt afgewezen als er niet wordt voldaan aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. De urgentiecommissie geeft in haar besluiten een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen.


   Casus afwijzing:

Mevrouw (51 jaar) is alleenstaand. Na haar relatieverbreking in 2011 ging zij wonen in een particuliere huurwoning in Soest. In 2016 heeft zij de huur van deze woning opgezegd omdat deze te duur voor haar werd. Sindsdien woont zij in bij haar ex-partner. Recent heeft mevrouw een aangeboden appartement in Soesterberg geweigerd. Het complex zou problemen met de riolering hebben en de staat van onderhoud van de woning was slecht.

De urgentiecommissie stelt vast dat er sprake is van een urgentieaanvraag op basis van een sociale indicatie. De relatieverbreking uit 2011 vormt niet de directe aanleiding voor de aanvraag en wordt daarom buiten beschouwing gelaten in de beoordeling. Het woonprobleem van mevrouw is ontstaan nadat zij de huur van haar particuliere huurwoning heeft opgezegd. Uit de gegevens van de aanvraag blijkt dat mevrouw een betaalde baan heeft waarmee zij voldoende verdient om de huur van deze huurwoning te kunnen betalen. Het is voor de urgentiecommissie dan ook onvoldoende aangetoond dat zij deze woning moest verlaten.

De commissie meent dat mevrouw zelf verantwoordelijk is voor de keuze om de huur op te zeggen en daarmee voor het ontstaan van haar woonprobleem. De recente woningweigering acht de commissie mevrouw ook verwijtbaar. Zij had een mogelijkheid om haar woonprobleem op te lossen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. Uit gegevens van de verhuurder blijkt niet dat er problemen zijn met de riolering. Evenmin is gebleken dat de staat van onderhoud van het appartement slecht was.

De commissie is van oordeel dat mevrouw zelf verantwoordelijk is voor zowel het ontstaan als het oplossen van het woonprobleem. Om die reden is de aanvraag afgewezen.



5.6 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aanhouding van de aanvraag. In 2017 heeft de commissie viermaal een aanvraag in eerste instantie aangehouden voor het opvragen van aanvullende informatie. In alle gevallen was het urgentiedossier niet compleet en vroeg de urgentiecommissie om aanvullende stukken om de situatie objectief te onderbouwen.

Indien de woningzoekende de gevraagde informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanlevert, kan de urgentiecommissie op grond van artikel 4:5.1 van de Awb een aanvraag buiten behandeling stellen. De reden hiervoor is dat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet heeft kunnen beoordelen. In het verslagjaar is dit niet voorgekomen.

Van de vier aanhoudingen in 2017 werden er uiteindelijk drie toegekend. Eén aanhouding is nog in behandeling. Het besluit daarop zal in 2018 worden genomen.



5.7 Termijnoverschrijding

Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. Het overgrote deel van de urgentieaanvragen wordt (ruim) binnen de daarvoor gestelde termijn afgehandeld.

Aan een termijnoverschrijding kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor de urgentieaanvraag;
  • Vertraging bij de gemeente die de aanvraag in behandeling heeft;
  • Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie;
  • Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie aangehouden voor aanvullende informatie.

In 2017 is er driemaal sprake geweest van een termijnoverschrijding. Aan het begin van het jaar liepen twee aanvragen vertraging op door de overdracht van lopende dossiers van de gemeente Soest naar Enserve. Een derde aanvraag kon niet binnen de termijn worden afgehandeld omdat er sprake was van een aanhouding en er gewacht werd op aanvullende informatie.